Blue Ice
© Patt Mahieu
© Patt Mahieu
Een oogverblindende zon was er niet, maar toch hadden de twee mannen in de helikoptercockpit hun zonnebril op. De eindeloze ijs- en sneeuwvlakte, een goeie driehonderdvijftig voet onder hen, zou hen onverbiddelijk verblinden. Een tijd lang hadden beide mannen niets tegen elkaar gezegd. Dit kwam niet door de verbazing over het eindeloze arctische decor, maar omdat er gewoon niets te zeggen viel.
Voor beide mannen was dit hun vertrouwd werkterrein. Voor een buitenstaander zou deze troosteloze ijsvlakte misschien wel verbazing wekken maar al spoedig zou de eentonigheid overvloeien in verveling. Toch zagen beide mannen meer dan wie ook. Opstaande ijspieken, scherpe ijsbergen of langzame glooiingen vormden voor hen even herkenbare punten als het Empire State Building of de Golden Gate Bridge voor een toerist.
'Nu naar zestien graden Z.O., Albert.' De intercom kraakte. Hun koptelefoons hielden grotendeels het bulderen van de rotorbladen tegen, maar toch moesten ze in hun kleine microfoon roepen. 'Zestien graden Z.O. Snelheid stabiel. Honderdzevenenveertig voet punt drie!', bevestigde Albert Dellinger.
Dellinger was helikopterpiloot geweest in Vietnam en had zelfs troepen overgebracht naar de Golf toen Bush besloot om Saddam er een onvriendelijk bezoekje te brengen. Dellinger had gehoopt op een vervroegd militair pensioen maar in plaats daarvan hadden ze hem uitgeleend aan dit project op de koudste uithoek van de wereld.
Albert Dellinger deed de 47G Dellaware Helicopter in een vallende bocht zwenken over de ijsvlakte. De opmerkelijk jongere co-piloot schreeuwde het refrein van AC/DC's 'Highway to Hell' in de intercom, terwijl hij zijn papieren op zijn clipboard doorbladerde.
'Nog zeven minuten en dan zijn we bij The Edge.', riep hij Albert toe terwijl hij zijn koptelefoon wat strakker op zijn baseballcap spande. Albert Dellinger knikte alleen maar en een vage glimlach danste om zijn mondhoeken. Dellinger kon het wel best vinden met Delarue. Het hield hem jong.
Jason Delarue was 31, twee jaar getrouwd met een secretaresse uit Miami en Carol was nu vijf maanden zwanger. De toekomst zag er eigenlijk rooskleurig uit voor hen. Jason Delarue was soms maanden weg van huis maar hij verdiende waanzinnig veel geld. Nog een goeie vijf jaar en dan kon hij zijn eigen prospectiebedrijfje beginnen. Toen hij afgestudeerd was in Philadelphia werd hij onmiddellijk binnengehaald door Antartic Ice and Marine Survey. Dat 'A.I.M.S.' was een niet onbelangrijk project dat een paar jaar geleden in het leven werd geroepen om het Global Marine Satellite Warning System te ondersteunen. De budgetten kwamen van het Pentagon met de know-how van de NASA. Met het steeds groter wordend probleem van het broeikaseffect was een dergelijk miljarden-project geen overbodige luxe. De ijskappen werden hier en daar zwakker, stukken schuurden af en zakten vervaarlijk af naar de drukke zeeroutes van transportschepen en tankers. Het satellietsysteem kon schepen tijdig waarschuwen maar in 1996 liep het mis. Door een magnetische storing werd één enkel satellietbeeld verkeerd gescanned en een ramp was niet meer te vermijden. In februari van dat jaar werd de Genuaanse tanker Posseidon II geramd door een gigantische ijsschots. De Posseidon II werd doormidden gescheurd en vijfentwintigduizend ton ruwe olie stroomden in zee en vervuilden de zuidelijke kusten van Kerguelen. De smurrie is er nog niet volledig opgeruimd. Het A.I.M.S.-project kan dergelijke rampen vermijden door regelmatig check-ups uit te voeren aan 'The Edge'.
'Godverdomde klootzakken!' schreeuwde Albert plots uit. 'Ze weigeren gewoon een nieuw televisietoestel naar onze basis op te sturen, Jason. Hoor je me! Ik had The Lakers willen zien winnen vanavond in Seatlle!'
Jason sloeg zijn handen aan zijn hoofd. Albert was al sinds gisteren niet meer te bedaren. Hij was een Lakers-fan in hart en nieren en had nog nooit een NBA-basketballmatch van zijn favorieten gemist. Gisteravond kwam er onverwachts blijvende storing op de televisie. Ook de radio had sinds deze morgen te kampen met een overdosis ruis en zelfs Willmann, de technische knobbel van de basis kon niets doen.
'Albert, ik weet hoe je je voelt maar hou je gedachten bij die vogel met zijn wieken asjeblieft!', kreunde Jason. 'Misschien vindt Willmann er toch iets op en heb je je onnodig druk gemaakt.' Dellinger vloekte nogmaals en zweeg toen.
'The Edge is in zicht, Albert.'
'Yep, Jason. Edge in zicht. Maar ook iets anders. Kijk daar es.'
Albert trok de stuurknuppel naar rechts en beschreef een wijde bocht naar een inkeping in het ijs, gaflankeerd door twee bergketens van ijsblokken.
'Wat is dat voor iets?' riep Delarue. 'Het lijkt wel of iemand hier aan discus-werpen heeft gedaan maar dan met een enorm groot exemplaar.'
Albert zei niets maar gaf zijn verrekijker aan Jason. 'Kijk eens of we werkelijk zien wàt we zien; misschien bedriegen onze ogen en het ijs ons.'
Jason zette de verrekijker tegen zijn zonnebrilglazen en keek. Hij bleef kijken terwijl Albert de helikopter verder liet dalen met een spiraalbeweging. Sneeuw stoof ruw op.
'Wel Jason, wat zie je?!!!' schreeuwde Dellinger.
Jason Delarue liet de verrekijker zakken en keek toen traag naar Albert.
'Dit is shit, man... Shit... Ik stel voor dat we niets doen en gewoon terug naar de basis vliegen. Neem de verrekijker. Kijk zelf. Ik wil hier niets mee te maken hebben, Albert. Ik wil naar huis.'
Er klonk angst in zijn stem.
Albert navigeerde met zijn ene hand terwijl hij probeerde tegen het trillen in van de helikopter zijn verrekijker stil te houden. Zwijgend staarde hij doorheen de lenzen en probeerde te begrijpen wat hij zag.
Een donkere schijf, stak half uit het ijs. Hier en daar waren de randen wat ondergesneeuwd. In het midden een fel glinsterend kristalachtig uitsteeksel. Het was moeilijk de grootte van het object te schatten omdat vertrouwde vergelijkings-punten ontbraken. Toch voelde hij met grote zekerheid aan dat het groot moest zijn. Enorm groot. De reflectie van de zon weerkaatste op de randen als leken ze van metaal. Neen... dit was geen speling van grillige of strakke ijsformaties .
De haartjes in zijn nek gingen rechtop staan en voelde zijn hart kloppen in zijn keel.
'Ik zal proberen te landen, Jason.'
Toen trok hij alle connectoren voor externe communicatie uit het controlebord en schakelde de zenderknoppen op 'out'.
'En ik wil vooral geen pottenkijkers...'
Jason Delarue zei niets, keek door de trillende plexi van de cockpit, en zag hoe ze onder opstuivend sneeuw en ijskorrels naar de vlakte afdaalden.
(wordt vervolgd...)
© Patrick a.b. Mahieu
Voor beide mannen was dit hun vertrouwd werkterrein. Voor een buitenstaander zou deze troosteloze ijsvlakte misschien wel verbazing wekken maar al spoedig zou de eentonigheid overvloeien in verveling. Toch zagen beide mannen meer dan wie ook. Opstaande ijspieken, scherpe ijsbergen of langzame glooiingen vormden voor hen even herkenbare punten als het Empire State Building of de Golden Gate Bridge voor een toerist.
'Nu naar zestien graden Z.O., Albert.' De intercom kraakte. Hun koptelefoons hielden grotendeels het bulderen van de rotorbladen tegen, maar toch moesten ze in hun kleine microfoon roepen. 'Zestien graden Z.O. Snelheid stabiel. Honderdzevenenveertig voet punt drie!', bevestigde Albert Dellinger.
Dellinger was helikopterpiloot geweest in Vietnam en had zelfs troepen overgebracht naar de Golf toen Bush besloot om Saddam er een onvriendelijk bezoekje te brengen. Dellinger had gehoopt op een vervroegd militair pensioen maar in plaats daarvan hadden ze hem uitgeleend aan dit project op de koudste uithoek van de wereld.
Albert Dellinger deed de 47G Dellaware Helicopter in een vallende bocht zwenken over de ijsvlakte. De opmerkelijk jongere co-piloot schreeuwde het refrein van AC/DC's 'Highway to Hell' in de intercom, terwijl hij zijn papieren op zijn clipboard doorbladerde.
'Nog zeven minuten en dan zijn we bij The Edge.', riep hij Albert toe terwijl hij zijn koptelefoon wat strakker op zijn baseballcap spande. Albert Dellinger knikte alleen maar en een vage glimlach danste om zijn mondhoeken. Dellinger kon het wel best vinden met Delarue. Het hield hem jong.
Jason Delarue was 31, twee jaar getrouwd met een secretaresse uit Miami en Carol was nu vijf maanden zwanger. De toekomst zag er eigenlijk rooskleurig uit voor hen. Jason Delarue was soms maanden weg van huis maar hij verdiende waanzinnig veel geld. Nog een goeie vijf jaar en dan kon hij zijn eigen prospectiebedrijfje beginnen. Toen hij afgestudeerd was in Philadelphia werd hij onmiddellijk binnengehaald door Antartic Ice and Marine Survey. Dat 'A.I.M.S.' was een niet onbelangrijk project dat een paar jaar geleden in het leven werd geroepen om het Global Marine Satellite Warning System te ondersteunen. De budgetten kwamen van het Pentagon met de know-how van de NASA. Met het steeds groter wordend probleem van het broeikaseffect was een dergelijk miljarden-project geen overbodige luxe. De ijskappen werden hier en daar zwakker, stukken schuurden af en zakten vervaarlijk af naar de drukke zeeroutes van transportschepen en tankers. Het satellietsysteem kon schepen tijdig waarschuwen maar in 1996 liep het mis. Door een magnetische storing werd één enkel satellietbeeld verkeerd gescanned en een ramp was niet meer te vermijden. In februari van dat jaar werd de Genuaanse tanker Posseidon II geramd door een gigantische ijsschots. De Posseidon II werd doormidden gescheurd en vijfentwintigduizend ton ruwe olie stroomden in zee en vervuilden de zuidelijke kusten van Kerguelen. De smurrie is er nog niet volledig opgeruimd. Het A.I.M.S.-project kan dergelijke rampen vermijden door regelmatig check-ups uit te voeren aan 'The Edge'.
'Godverdomde klootzakken!' schreeuwde Albert plots uit. 'Ze weigeren gewoon een nieuw televisietoestel naar onze basis op te sturen, Jason. Hoor je me! Ik had The Lakers willen zien winnen vanavond in Seatlle!'
Jason sloeg zijn handen aan zijn hoofd. Albert was al sinds gisteren niet meer te bedaren. Hij was een Lakers-fan in hart en nieren en had nog nooit een NBA-basketballmatch van zijn favorieten gemist. Gisteravond kwam er onverwachts blijvende storing op de televisie. Ook de radio had sinds deze morgen te kampen met een overdosis ruis en zelfs Willmann, de technische knobbel van de basis kon niets doen.
'Albert, ik weet hoe je je voelt maar hou je gedachten bij die vogel met zijn wieken asjeblieft!', kreunde Jason. 'Misschien vindt Willmann er toch iets op en heb je je onnodig druk gemaakt.' Dellinger vloekte nogmaals en zweeg toen.
'The Edge is in zicht, Albert.'
'Yep, Jason. Edge in zicht. Maar ook iets anders. Kijk daar es.'
Albert trok de stuurknuppel naar rechts en beschreef een wijde bocht naar een inkeping in het ijs, gaflankeerd door twee bergketens van ijsblokken.
'Wat is dat voor iets?' riep Delarue. 'Het lijkt wel of iemand hier aan discus-werpen heeft gedaan maar dan met een enorm groot exemplaar.'
Albert zei niets maar gaf zijn verrekijker aan Jason. 'Kijk eens of we werkelijk zien wàt we zien; misschien bedriegen onze ogen en het ijs ons.'
Jason zette de verrekijker tegen zijn zonnebrilglazen en keek. Hij bleef kijken terwijl Albert de helikopter verder liet dalen met een spiraalbeweging. Sneeuw stoof ruw op.
'Wel Jason, wat zie je?!!!' schreeuwde Dellinger.
Jason Delarue liet de verrekijker zakken en keek toen traag naar Albert.
'Dit is shit, man... Shit... Ik stel voor dat we niets doen en gewoon terug naar de basis vliegen. Neem de verrekijker. Kijk zelf. Ik wil hier niets mee te maken hebben, Albert. Ik wil naar huis.'
Er klonk angst in zijn stem.
Albert navigeerde met zijn ene hand terwijl hij probeerde tegen het trillen in van de helikopter zijn verrekijker stil te houden. Zwijgend staarde hij doorheen de lenzen en probeerde te begrijpen wat hij zag.
Een donkere schijf, stak half uit het ijs. Hier en daar waren de randen wat ondergesneeuwd. In het midden een fel glinsterend kristalachtig uitsteeksel. Het was moeilijk de grootte van het object te schatten omdat vertrouwde vergelijkings-punten ontbraken. Toch voelde hij met grote zekerheid aan dat het groot moest zijn. Enorm groot. De reflectie van de zon weerkaatste op de randen als leken ze van metaal. Neen... dit was geen speling van grillige of strakke ijsformaties .
De haartjes in zijn nek gingen rechtop staan en voelde zijn hart kloppen in zijn keel.
'Ik zal proberen te landen, Jason.'
Toen trok hij alle connectoren voor externe communicatie uit het controlebord en schakelde de zenderknoppen op 'out'.
'En ik wil vooral geen pottenkijkers...'
Jason Delarue zei niets, keek door de trillende plexi van de cockpit, en zag hoe ze onder opstuivend sneeuw en ijskorrels naar de vlakte afdaalden.
(wordt vervolgd...)
© Patrick a.b. Mahieu